donderdag 31 maart 2011

Route en verhaal


Algarve 2011 weergeven op een grotere kaart

Vrijdag 11 maart 2011
Gisteravond is het door zakelijke verplichtingen nog laat geworden, dus van slapen komt nauwelijks iets. Het uurtje dat we op bed liggen, geeft weinig heil. Om 3:25 uur staan we bij Patricia’s ouders voor de (dan nog: gesloten) deur. Een beetje gestresst door de vertraging door een afgesloten snelweg, zijn we rond half 5 op Schiphol. De formaliteiten nemen maar korte tijd in beslag, zodat we nog tijd hebben voor ons traditionele bakkie. In het vliegtuig zitten we op de allerlaatste rij met z’n tweeën in een rij van drie, dus lekker wat ruimte. Het is verder behoorlijk vol. We vertrekken met ongeveer 20 minuten vertraging, maar komen wel op tijd in Faro aan. Het is pas net 8 uur geweest, dus we hebben nog de hele dag voor ons! Met het ophalen van de auto hebben we meteen al problemen; niet alleen staan we doelloos een half uur te wachten voor we geholpen worden, maar ook doen beide creditcards het niet. Als het dan ook nog hard begint te regenen, is ons humeur al gauw naar het nulpunt gedaald. Uiteindelijk betalen we de borg cash in de hoop dat we die over twee weken zonder problemen terugkrijgen. Pas om half 12 kunnen we plaatsnemen in een aftandse Renault Modus en eindelijk op weg naar Albufeira. Onderweg zien we drie ongevallen, waarvan één behoorlijk heftig; de weg is door de regen en de aquaplaning spiegelglad. John rijdt rustig en min of meer op ons gevoel vinden we een uur later het appartementencomplex. Het appartement is anders dan op de plaatjes, maar lekker ruim met twee slaapkamers. Als we hebben ingeruimd, is het droog en doen we een boodschap. Om 15:00 uur zitten we dan eindelijk aan een fatsoenlijke lunch. Een uurtje later gaan we nog even naar buiten en vinden we het strandje op maar een paar minuten lopen van het appartement. ’s Avonds zijn we te moe en nog te vol van de lunch om uitgebreid te koken, dus we houden het simpel. Onze eerste nacht duiken we ook al vroeg onder de dekens.

Zaterdag 12 maart 2011
Het was vannacht koud, zelfs met deken en sprei! We zijn vroeg wakker, omdat het al vroeg licht wordt. Het zonnetje schijnt, dus we ontbijten heerlijk op het balkon. Nadat we getankt hebben, rijden we de Extra Route 3 uit het Anwb-boekje, die ons door het binnenland van de Algarve voert. We zien hele donkere wolken, maar we ervaren nog niet dat we daar onder rijden. Onze eerste stop is in Paderne, waar we bij het binnenrijden haastig door een agent de parkeerplaats opgejaagd worden. Drie minuten later weten we waarom: er stooft een peloton wielrenners de straat af naar beneden! Dat was op het nippertje. Als we wegrijden om op zoek te gaan naar de burcht van Paderne, vallen de eerste druppels. We vinden de burcht niet in één keer, maar als we hem dan zien, begint het ineens te stortregenen. Dat wordt dus niets, aangezien we over een ongeasfalteerde, zanderige weg moeten rijden en/of lopen. Verder richting Alte. We rijden de stortregen uit, maar de dreigende wolken blijven in zicht. In het dorpje lopen we met een ijsje in de hand wat rond, onder andere naar de Fonta Pequena. Dan gaan we door naar het plaatsje Salir. We willen er eerst een hapje gaan eten, maar vinden niets naar onze wens. We lopen naar de burchtruïne en ook dan begint het te stortregenen. Onze voorlopige conclusie: burcht = stortregen. Gelukkig hebben we onze plu’s bij ons en blijft de schade beperkt. De regen veroorzaakt flinke water- en modderstromen door de straten. Tijd om verder te rijden. Het wordt al snel weer helemaal droog en zelfs zonnig. In Loulé is nog geen druppel regen gevallen. We lopen wat rond in het oude centrum en proberen ook hier een plek te vinden om wat te eten, maar veel tentjes zijn gesloten. Ook de bekende markthal, waarvoor we een uur te laat zijn. Er zit niets anders op dan weer terug te rijden naar Albufeira, waar de zon volop schijnt.

Zondag 13 maart 2011
Het heeft vannacht flink geregend en ook als we wakker worden, is het zwaar bewolkt en regent het. Wat een verschil met gisteren! Om 9:00 uur begint het echt te stortregenen, dat een half uur aanhoudt. Hebben wij weer. Als het droog is, besluiten we naar het oude centrum van Albufeira te gaan, beter iets dan niets. Maar bij de auto ziet Patrice dat het in het binnenland lijkt op te klaren. We gokken erop dat we best naar Silves kunnen gaan, ruim 30 km hier vandaan. Met drie kwartier zijn we er. Het is nog steeds droog, maar er hangen genoeg dreigende wolken boven ons. We brengen eerst een bezoek aan de burchtruïne, de enige waar nog enigszins wat van overgebleven is. We lopen er een uur rond en willen dan naar de kathedraal, maar die blijkt op zondag na de mis gesloten. Na een snelle lunch van zelf meegebrachte broodjes in de auto en wat geslenter door een paar straatjes, lopen we over de Romeinse brug naar de overkant van de weg om een totaalplaatje van het stadje te kunnen schieten. We hebben Silves nu wel gezien, maar het is nog lekker vroeg dus we kunnen nog iets anders doen. We besluiten naar Praia da Rocha te gaan, ongeveer een halfuur rijden hier vandaan. Het is daar ineens zonnig en zelfs warm. We lopen de boardwalk heen en weer en eten een smerig ijsje. Op de terugweg pakken we ook Praia da Vau nog even mee, dat veel kleiner is en een hele mooie goudgele rotswand heeft. Tegen half 7 zijn we weer terug in Albufeira.

Maandag 14 maart 2011
Omdat het vannacht weer flink heeft geregend, blijft het moeilijk te bepalen welke kant we het beste uit kunnen gaan met dit weer. We gokken vandaag op Tavira, een klein uurtje rijden naar het oosten. Aldaar lopen we eerst naar het informatiebureau, waar we te horen krijgen dat de twee belangrijkste bezienswaardige kerken gesloten zijn. Lekker dan. We lopen wat door de straatjes van het oude centrum, over de Romeinse brug naar het uitkijkpunt aan de overkant van de rivier (ook dicht) en drinken wat bij een bakker aan het centrale plein. De plaatselijke markthal is niet zo bijzonder en bij de vissersbootjes zien we ook niet de felle kleren die we graag willen zien. We willen in het oosten van de stad ook nog de zoutpannen zien, maar we zien wel een zoutberg maar geen zoutpannen, zoals bijvoorbeeld op La Palma jaren geleden. We verlaten Tavira dus alweer op tijd, zodat we nog naar het oude centrum van Albufeira kunnen. De toeristische sfeer hangt hier al goed, terwijl we over het algemeen veel zien dat zaken nog gesloten zijn. Patricia heeft bij het centrale plein lichtelijk een déjà vu door haar vakantie 15 jaar geleden hier. Op het Visserstrand maken we onze derde strandwandeling van deze vakantie.

Dinsdag 15 maart 2011
Na twee dagen regen zien en voelen we nu weer een warm ochtendzonnetje. We zouden uren op het balkon willen zitten, maar moeten toch ook iets nuttigs doen vandaag. Vlakbij Faro ligt het kerkje Igreja de São Lourenço, het beroemdste met azulejos beklede kerkje. Ondanks een waardeloze bewegwijzering vanuit Almancil vinden we het kerkje. Het is veel kleiner dan we dachten. Kijken kost € 2,00 p.p. en foto’s maken mag niet. Heel fijn. Dat doen we dus stiekem toch, maar makkelijk maakt de dame het ons zeker niet. De foto’s zijn dan ook wazig. Het kerkje is zo klein, dat we binnen 10 minuten weer buiten staan. We gaan nu opnieuw naar Loulé, waar de markthal nu wel open is. We ontdekken een leuk voetgangersstraatje, dat we zaterdag over het hoofd hebben gezien. We proberen voor de lunch nog een keer het tentje dat zaterdag gesloten was en nu kunnen we er voor een uitstekende lunch terecht. Terug in Albufeira gaan we naar de haven, die omringd door kleurrijke appartementen zeer fotogeniek is. We vermaken ons er ruim een uur.

Woensdag 16 maart 2011
Vandaag rijden we via een toeristische kustroute naar Lissabon. We rekenen erop dat we de hele dag onderweg zijn, dus eigenlijk is ons vertrek om 10:30 uur uit Albufeira al aan de late kant. We rijden in één stuk door naar Aljezur, aan de westkust. Het is gelukkig weer eens prachtig zonnig weer, maar de harde wind is fris. We maken eerst een wandeling naar de burchtruïne en daarna met een ijsje in de hand naar de andere dorpskern. Pas na ongeveer twee uur rijden we verder. De route slingert door prachtig groen en glooiend landschap, maar het schiet weinig op. Bij het dorpje Odeceixe gooit Patricia het stuur om omdat we een mooie oude molen op een heuvel zien staan. De bedoeling is dat Patricia tot Sines rijdt en daarna het stuur overgeeft aan John, maar om de vrachtwagens voor te blijven rijden we helemaal door tot de snelweg. Ruim twee uur in een warme auto. Bij Grandola kunnen we de snelweg A2 op, maar we missen het tolpoortje. Oeps. Dat kost ons aan het eind van de rit helaas de volle mep i.p.v. maar een paar euro. Rond Lissabon is het druk op de weg; we zijn pas na 18:00 uur bij ons hotel in Estoril. Hoe rossig we ook zijn, we moeten dan nog op pad voor wat te eten. We blijken niet echt in de uitgaanswijk van Estoril te logeren, maar bij toeval lopen we langs het treinstation en treffen we een geschikte tent aan de kilometers lange Esplanade. John eet er een voortreffelijke gegrilde zalm en Patricia een flinke maaltijdsalade. Moe en rossig liggen we al vroeg op bed.

Donderdag 17 maart 2011
Ontbijt is bij ons verblijf in het hotel inbegrepen en hoewel het niet heel bijzonder is, kunnen we er zeker wel een halve dag mee voort. We kunnen met de trein van 10:12 uur mee en het retourtje naar Lissabon kost ons slechts € 4,10 per persoon! Bij het vertrekstation is een schoolklas ingestapt, dus we moeten staan. 40 minuten later stappen we uit op Cais do Sodré, waarvandaan het 5 minuten lopen is naar het beroemdste plein: Praça do Comércio. Het standbeeld in het midden en de poort daarachter zijn behoorlijk beeldbepalend en de oude gele trams maken het plaatje helemaal compleet. Vanaf dit plein lopen we het gezellige voetgangersgebied in en komen zo langs de Elevador de Santa Justa en bij het Praça Dom Pedro IV. Nadat we hier wat gedronken hebben, lopen we via een paar straten naar het uitkijkplatform van de Elevador. Zoveel klimmen was dat niet, dus de lift nemen doe je puur voor de ervaring. Bovenop hebben we prachtig uitzicht over de stad. Het is wel fris, want het is nog erg bewolkt en er staat een harde wind. Na het uitzicht volgen we een deel van de route van de historische tramlijn 28 en komen we langs een tweede ‘lift’, Elevador da Bica (twee gele trammetjes die de steile straat op en neer rijden). Een late lunch hebben we voor een paar centen bij een vegetarisch restaurant, waar ze helaas vergeten zijn de vlam onder het verder prima buffet te houden. Langzaam lopen we via een aantal van dezelfde plekken terug naar het station. Het is al 18:15 uur als we in de trein terug stappen.

Vrijdag 18 maart 2011
We zien onze eerste strakblauwe lucht! Die vreugde raakt al snel bekoeld als we zien dat we gebeld zijn door het thuisfront en na het terugbellen horen dat het met onze pluizige Mukki niet zo goed gaat. Fingers crossed! Hiervandaan kunnen we helaas niets doen. We nemen een trein later dan gisteren naar Lissabon en beginnen weer vanaf het Praça do Comércio. Daarvandaan volgen we vandaag de route van tramlijn 28 “naar rechts”, richting de burcht en de wijk Alfama. We brengen een bezoek aan de kathedraal en klimmen naar de burcht. Ook deze blijkt niet veel meer dan een paar muren met prachtig uitzicht, dus we beperken ons tot het aangrenzende knusse wijkje Santa Cruz. Via allerlei smalle straatjes en trappetjes waar de wijk Alfama bekend om is en diverse uitkijkpunten, lopen we weer terug naar het voetgangersgebied achter het Praça do Comércio. Daar eten we wat en wachten we tot het donker wordt; we willen de Elevador de Santa Justa en het Praça verlicht op de foto hebben. Rond 21:00 uur zijn we terug bij ons hotel. Eten heeft geen zin meer, we zijn op.

Zaterdag 19 maart 2011
De dag begint met een droevig sms’je: onze lieve Muk heeft de nacht niet overleefd. Verdorie, wat is dat ineens snel gegaan! We bellen even om te horen hoe het allemaal gegaan is. Het geeft een rotgevoel dat we haar niet meer zien. Wij moeten vervolgens toch verder met onze reis. Van Lissabon hebben we wat ons betreft voldoende indruk, dus we besluiten naar Sintra te gaan, slechts zo’n 15 km bij Estoril vandaan. We zien al gauw dat we ons vergissen in de wandeling naar het beroemde, gekleurde kasteel en dus keren we terug om eerst wat door het oude dorp te lopen. Het is warm, zo’n 23 graden. Gelukkig geven de smalle straatjes voldoende schaduw en verkoeling. We drinken wat bij een plaatselijke bakker en stappen dan weer in de auto om naar het kasteel te rijden. Door het één richting verkeer gaat het niet in één keer goed, maar we vinden uiteindelijk de weg. Met de auto kun je tot aan de voet van de heuvel komen, maar het is nog best een klim vanaf de parkeerplaats naar de entree van het kasteel. We bezichtigen het terrein van buiten en binnen (fotograferen mag niet binnen). Om half 5 lopen we ook nog naar het Cruz Alta, dat we vanaf het kasteel zagen liggen. Het is een stuk minder ver en vermoeiend lopen dan we dachten, dus dit prachtige uitkijkpunt op het kasteel pakken we mooi mee. Tegen sluitingstijd lopen we door de poort weer naar buiten. Het is al half acht als we nog moeten eten en dat doen we prima bij een restaurant bij het treinstation in Estoril; Patricia eet eindelijk een écht vegetarisch gerecht. Onder de volle maan toasten we op die kleine, pluizige opdonder.

Zondag 20 maart 2011
Vandaag reizen we terug naar de Algarve, maar niet eerder dan nadat we Belém hebben verkend, een bezienswaardige wijk / voorstad van Lissabon. Op het ochtendjournaal zien we dat de marathon van Lissabon wordt gelopen en dat betekent dat de Ponte 25 de Abril zeker tot 13:00 uur dicht is. De vraag is of we dan wel zo makkelijk in Belém kunnen komen. We overwegen met de trein te gaan, maar wagen uiteindelijk gewoon de sprong met de auto. We komen zonder al te veel problemen in Belém, maar moeten de auto ver van de boulevard parkeren. Het is razend druk, overal staan auto’s geparkeerd en lopen sportievelingen. De kustweg kunnen we op maar twee plaatsen oversteken en dat betekent een flink stuk omlopen. En dat is in deze plotselinge warmte – 27 graden! – niet zo prettig. We lopen naar het Padrão dos Descobrimentos en de Torre de Belém, dat we nog net gratis kunnen bezichtigen. We onderschatten flink de tijd; pas om 15:20 uur zijn we weer bij de auto; warm, verbrand en bezweet. We willen nog naar Cristo Rei, het Christusbeeld aan de overkant van het water dat je vanuit alle hoeken van Lissabon ziet staan. Het uitzicht hier vandaan is prachtig, ook zonder de hoogte in te gaan met de lift. Uiteindelijk is het al 16:45 uur als we echt op pad gaan. Het is zo’n 2,5 uur rijden over de A2 naar Albufeira, dus het wordt een latertje. Net voorbij Castro Verde mindert de auto vaart. Patricia denkt dat John gas terug neemt zodat zij een foto kan maken van de ondergaande zon, maar hij roept “hij stopt ermee”. Om een lang verhaal kort te maken: alles komt goed, we worden vriendelijk, vlot en goed geholpen, de auto wordt afgevoerd en wij worden met de taxi naar het vliegveld van Faro gebracht (zo’n 90 km) om een nieuwe auto te kunnen afhalen. Het betekent echter wel dat we pas om 21:30 uur in Albufeira zijn, bij hetzelfde appartementencomplex als vorige week, waar we een gigantisch appartement voor vijf personen krijgen toegewezen.

Maandag 21 maart 2011
Omdat we gisteravond geen boodschap meer hebben kunnen doen, doen we dat eerst maar even voordat we op pad gaan. Alsof we gister nog niet genoeg gereden hebben, gaan we naar het uiterste westen van de Algarve. Eerst naar de kliffen bij Carrapateira en daarna naar het meest zuidwestelijke punt van Europa: Cabo São Vicente. De kust bij Carrapateira is prachtig en er zijn veel mogelijkheden gecreëerd om uit de auto te stappen en de steile wanden van dichtbij te bekijken. Door de vele foto's die we nemen, zijn we lang met het rondje bezig en vliegt de tijd. Tijd voor een normale lunch hebben we daardoor niet, maar gelukkig hebben we genoeg te snaaien voor onderweg meegenomen. Bij Cabo São Vicente blijkt de vuurtoren helaas op maandag gesloten, dus kunnen we niet het rondje daaromheen lopen. Maar ook zonder kunnen we prima deze machtige uiterste punt van Europa zien. De hele kust in de omgeving is prachtig, mede door de langzaam maar zeker ontspringende kleurrijke bloemen van de rotsplanten. We proberen uit allerlei hoeken mooie foto's te maken. Als we de Cabo genoeg gezien hebben, willen we bij Lagos nog de rotsformatie Ponta de Piedade in het avondlicht zien, maar helaas liggen ze volledig in de schaduw. De zee gaat te keer tussen de rotsen, we kunnen haast niet geloven dat je op andere momenten hier met een bootje tussendoor kunt varen. We blijven hier wel tot zonsondergang, onze eerste échte (d.w.z. onbewolkt). Rond 19:30 uur zijn we weer terug bij ons appartement in Albufeira.

Dinsdag 22 maart 2011
We beginnen lekker vroeg aan onze dag. We gaan naar Olhão voor een wandeling door het Parque Natural da Ria Formosa. Bij de receptie van het park krijgen we een wandelkaart mee voor een route van 3 km, zo'n anderhalf uur lopen. Vogels zijn er rond deze tijd van het jaar nauwelijks, al helemaal geen roze flamingo's waarop we gehoopt hadden. Daarvoor moeten we nog 40 km oostelijker rijden tot aan de Spaanse grens. Er zijn nu wel veel mensen aan het werk met het oogsten van hun schelpdieren, waar dit gebied ook bekend om staat. De wandeling brengt ons helaas niet op de eilanden voor de kust, zoals die op alle landkaarten zo mooi aangegeven zijn. Er blijkt maar een beperkt stuk van het park per voet toegankelijk. Om half 2 hebben we het rondje gelopen. We twijfelen of we naar Vila Real bij de Spaanse grens rijden omdat we graag flamingo's willen zien, maar omdat ook daar geen garanties gelden, besluiten we naar Faro te gaan. We parkeren perfect op de enorme parkeerplaats bij het kasteel en lopen door de stadsmuur langs de kathedraal richting de haven en het knusse voetgangersgebied. We nemen eerst de tijd voor een lunch en lopen dan naar de Igreja do Carmo met verguld altaar en vooral: de Capela dos Ossos, ofwel de Kapel der Botten. De muren en het plafond van deze bizarre kapel zijn volledig bekleed met botten en schedels van 1245 monniken die eerder op het kerkhof begraven lagen. De kapel is een luguber eerbetoon aan hen. Terug bij de parkeerplaats wordt ons geduld beloond met het openen van de deuren van de Igreja São Fransisco, waarbinnen ook prachtige azulejos te zien zijn. Maar ook hier is het niet toegestaan te fotograferen en het lukt ook niet om dat stiekem wel te doen. Het begint al schemerig te worden als we terug naar Albufeira rijden.

Woensdag 23 maart 2011
Vandaag gaan we naar Lagos, ruim 60 km ten westen van Albufeira en ook een belangrijk toeristisch centrum in de Algarve. We rijden er eerst weer even langs de rotsformatie Ponta de Piedade, die er op dit tijdstip vast heel anders bij ligt dan eergisteren. Inderdaad liggen de rotsen in de zon en is het water door het laagtij veel rustiger. In Lagos parkeren we in een garage net buiten de stadsmuur en lopen zo makkelijk het oude centrum in. We gaan eerst naar de Praça de Republica, waar het standbeeld van Hendrik de Zeevaarder en een voormalige slavenmarkt staat. Een zwarte bladzijde in de Portugese geschiedenis is dat in Lagos de meeste slaven op het Europese continent werden verhandeld. We lunchen lekker bij tapas-restaurant "Meu Limão" en lopen dan via het voetgangersgebied naar de markthal. Die gaat echter net sluiten, dus steken we de weg over naar de boulevard en lopen naar de 17e eeuwse Forte Ponta da Bandeira. Het zeewater buldert aardig tegen de muren van het fort aan en de spetters die we voelen, bieden wat verkoeling tegen de zonnenstralen die we op onze gezichten voelen branden. Via het poortje in de stadsmuur lopen we terug naar het voetgangersgebied en gaan even lekker zitten voor een ijsje. Dan is het tijd om terug te gaan naar Albufeira. Daar willen we vanaf het strandje vlakbij het appartementencomplex de zonsondergang zien, maar die mislukt door de bewolking. Wel zien we dat veel meer kleurrijke bloemen zijn gaan bloeien dan de vorige keer. Prachtig. Eten wordt geen uitspatting, we hebben nog genoeg restjes op te maken voor deze laatste dagen.

Donderdag 24 maart 2011
Door een wat onrustige nacht zitten we al om half 10 in de auto naar Monchique. Het is weer eens zwaar bewolkt, dus we hebben er een hard hoofd in dat het wat gaat worden met een wandeling door de Serra de Monchique met de 902 meter hoge berg Foía als hoogste punt. In het verrassend leuke bergdorp klimmen we eerst naar de plaatselijke kerk en nog verder omhoog naar de ruïne van een klooster voor het uitzicht. Het klooster blijkt nu iemands achtertuin en we worden vriendelijk uitgenodigd om verder te komen kijken. Via een klein binnenplaatsje met sinaasappelbomen en een kippenhok brengt de bewoner ons naar - wat wij denken - het voormalige schip van de kerk. Er zit nauwelijks een dak op en waar dat wel zo is, wordt het gestut. Planten en onkruid groeien er weelderig, maar we herkennen nog wat gewelven en een kapel. Wat zonde dat dit niet beter bewaard is gebleven. Op een andere plek hangen nog een handjevol échte, originele azulejos aan de muur. Gratis en fotograferen is toegestaan! Op de heuvel rondom de ruïne groeien ontelbare sinaasappel- en citroenbomen en Patricia kan het niet laten een citroen te plukken. Terug bij het centrale dorpsplein gaan we lunchen en dan willen we nog op zoek naar het lokale aardbeiendrankje om mee naar huis te nemen, maar de plaatselijke slijterij is alleen op zaterdag en zondag open. We beoordelen dat het geen zin heeft om naar de Foía te gaan, omdat de toppen van de heuvels onder een dik wolkendek verstopt zijn. Een beter uitzicht dan hiervandaan zullen we niet hebben. Rond half 3 gaan we weer "terug naar beneden". We willen bij Bengil nog mooie plaatjes schieten van grotten voor de kust, maar die blijken alleen per boot te bezichtigen. Daar is het nu het seizoen nog niet voor. We zijn daardoor lekker op tijd terug in Albufeira met een bijna lege benzinetank. Kijken wat we morgen nog kunnen gaan doen.

Vrijdag 25 maart 2011
Hoewel we vanavond om 7 uur pas vertrekken, moeten we om 11:00 uur uitchecken. Als we de andere auto nog hadden, moesten we die nu ook al op het vliegveld inleveren, maar door ons 'gevalletje pech' hebben we deze halve dag nog weten te regelen (geëist, zeg maar...). De hele vakantie hebben we nog geen minuut als een toerist langs souvenirswinkeltjes e.d. geslenterd, dus dat kunnen we nu mooi doen. Wij zijn alleen in staat om die nu niet te vinden, althans niet op de plek waar we dachten dat ze zouden zijn en waar we dus bijna twee weken langs zijn gereden. Dan nemen we maar uitgebreid de tijd voor een bakkie bij de McDonalds, waar John naar muziek luistert en Patricia alvast wat van dit verhaal wegtypt. De tijd verstrijkt niet bepaald snel en wachten is niet onze sterkste kant. We besluiten toch maar gewoon naar het vliegveld te rijden, maar niet eerder dan dat we bij een broodjeszaak onze lunch kopen. Dan schiet ons te binnen dat we
het broodje ook wel bij de haven van Albufeira kunnen eten, dus daar gaan we rustig op een bankje zitten en laten de mussen met ons meeëten. We zijn uiteindelijk rond half 3 op het vliegveld om de auto in te leveren en maar goed dat we niet zo'n haast hebben, want het duurt even voor we aan de beurt zijn. De arme jongen van de eerste dag moet ons nu ook weer helpen maar dit keer gaat alles makkelijk. Onze borg is ook keurig bewaard gebleven. Op het vliegveld moeten we ons ook nog twee uur vermaken en dat doen we met lezen, nootjes eten, rondlopen en muziek luisteren. Het overvolle vliegtuig vertrekt op tijd (zelfs een beetje gehaast). Adeus Portugal!

Wanneer de vriendelijkheid een woonplaats in de wereld had, dan was ze in Portugal thuis.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten